CABR archief moet zo snel mogelijk open!

Op 1 januari worden de archieven betreffende de rechtpleging jegens collaborateurs, NSB-ers veelal, openbaar. Als zoon van NSB-ouders juich ik dit van harte toe, hoewel ik mij de bezorgdheid bij hen, die vaak decennialang het zwijgen ertoe deden, zeer goed kan voorstellen. Uit eigen ervaring ken ik de schaamte die veel nakomelingen nog steeds als een molensteen om de nek hangt.

Vandaag werd mij de vraag gesteld wat het de mensheid verder zal helpen als deze archieven openbaar worden, toegankelijk voor iedereen.
Joop den Uyl zou zeggen: ‘Twee dingen.’ Ik zeg hem dat nu na.

  1. Wat helpt het de mensheid als de archieven over deze inktzwarte bladzijde uit onze geschiedenis gesloten blijven?
  2. Historici ondervinden grote problemen bij het doen van onderzoek naar de bijzondere rechtpleging, waar gearresteerde nationaal-socialisten aan werden onderworpen.

Als zoon van veroordeelde NSB-ouders, kreeg ik vrij eenvoudig toegang tot de dossiers over het proces tegen mijn ouders, dat was voor mij van bijzonder groot belang, omdat mijn vader stierf voor ik er weet van had en mijn moeder volhield dat ze niet fout waren geweest. Helaas ben ik ervan overtuigd dat ze nooit het nationaal-socialistische gedachtenkwaad heeft afgezworen.

In mijn boek De schaduw van Fout heb ik, op basis van mijn onderzoek in het Nationaal Archief, verteld over het gezin waarin mijn vader opgroeide. Hij was 19 toen hij lid van de NSB werd, zijn anderhalf jaar jongere broer sloot zich lopende de oorlog bij het verzet aan.

Dankzij mijn persoonlijke speurtocht heb ik antwoorden gevonden. Daarbij is mij vooral duidelijk geworden hoe mensen in tijden van grote werkloosheid (de dertiger jaren van de vorige eeuw) keuzes maakten die hen later duur te staan zijn gekomen.

Het grote zwijgen – dat direct na de bevrijding en de terugkeer van de veroordeelden in de samenleving van start ging – duurt bij veel mensen voort tot op de dag van vandaag. Ik kreeg na de verschijning van mijn boek een aantal reacties van ‘lotgenoten’. De meest ontroerende was wel van een man van vierenzeventig. Hij schreef dat hij na lezing ervan voor het eerst in zijn leven tegen iemand had verteld dat zijn vader lid van de NSB was geweest. De man heeft vrijwel heel zijn leven schaamte met zich meegedragen. Het luchtte hem enorm op dat hij er met iemand (zijn beste vriend) over had gepraat. Sindsdien durft hij er open voor uit te komen.

Met veel respect voor de angst en de onzekerheid die bij nazaten bestaat, pleit ik toch voor volledige openbaarmaking. Wie zijn geschiedenis niet kent, is gedoemd haar te herhalen. De angstaanjagende parallellen tussen het huidige tijdsgewricht en de jaren dertig horen alle alarmbellen te doen afgaan.

Auteur: Frits Kappers

Schrijver, publicist, werkt desgevraagd in opdracht.

Geef hier uw reactie: