Kantlijn: Doet ú mee aan het referendum?

Op 6 april vindt voor de tweede keer een referendum plaats in Nederland. Daardoor moet u in feite de komende tijd (in het lastigste geval) twee vragen beantwoorden:

  1. Neem ik deel aan het referendum of boycot ik het in de hoop op een te lage opkomst?
  2. Neem ik deel, ben ik dan voor of tegen het associatieverdrag met de Oekraïne?

De komende tijd zullen we worden overspoeld met propaganda. Uit het voorkamp en uit het tegenkamp. Kost een hoop geld en energie en is volkomen zinloos, dat is nu eenmaal inherent aan propaganda, want het gaat bij propaganda niet om inhoud maar om overtuigingskracht.
Het referendum zal alleen maar antwoord gegeven op de vraag “Welke propaganda gelooft u het liefst?”

Ik geef u op een briefje dat u op 6 april geen idee zult hebben wat het associatieverdrag met Oekraïne voor u, voor Nederland, voor Europa of voor Oekraïne zal betekenen. Daarvoor is de materie veel te gecompliceerd.
Het feit dat er een referendum over gehouden wordt, speelt voorlopig alleen Vladimir Poetin in de kaart en ik verwacht dan ook dat hij een hoofdrol zal spelen in de propaganda, zowel die van het voorkamp als die van het tegenkamp.

Dat is al begonnen met een stuk van Frits Bolkesteijn in de NRC, getiteld Er zijn grenzen aan wat Europa aankan. De voormalige euro-commissaris heeft nog steeds een heldere en onderbouwde mening, los van de vraag of je het met hem eens bent. Grote verdienste van zijn bijdragen is doorgaans dat die je dwingen tot nadenken.
In dit stuk gaat Bolkesteijn in op wat Europa te doen staat met betrekking tot de ontwikkelingen in Oekraïne. Hij meent dat Europa het beste niets kan doen: “Westerse politici streven altijd naar activiteit, denkend dat dit hetzelfde is als actie. Soms is het beter niets te doen, wachten tot het tij keert.

Of Poetin straks op 6 april een belangrijke rol zal spelen in het stemhokje, waar elke meerderjarige Nederlander ja of nee kan aankruisen, betwijfel ik sterk. Ik vrees dat veel kiezers zich zullen laten leiden door hun basale anti-Europa gevoelens en daarom nee zullen stemmen.

Het zal Poetin uiteindelijk worst zijn. Man is bezeten van en hongerig naar macht. Het gaat economisch slecht in zijn land en dus is het vooral zijn belang om Europa te verzwakken. Daartoe steunt hij om het even wie hij maar voor zijn karretje wil spannen. Wat de uitkomst van het referendum ook zal worden. Poetin wordt er (voorlopig) de winnaar van.

Tenzij er zo’n lage opkomst is dat het referendum geen zeggingskracht zal hebben. In tegenstelling tot verkiezingen is niet opkomen nu ook een stem. Een stem tegen dit referendum. En bij voldoende stemmen tegen dit referendum verliest het zijn zeggingskracht.

Voorlopig twijfel ik tussen niet stemmen of voorstemmen.

.