Columniste Sheila Sitalsing kan doorgaans rekenen op mijn volledige instemming maar in haar column in de Volkskrant van 11 juli 2012 staat ze toch op mijn tenen, als ze de (aanstaande) bejaarden die protesteren tegen de pensioenplannen van de overheid van platvloersheid beticht.
Uiteraard hangt mevrouw Sitalsing haar verontwaardiging op aan de retoriek van 50PLUS voorman Jan Nagel en de goedkope verbastering van een oude rockhit. Mevrouw Sitalsing doet alsof bejaarden en gepensioneerden een strontverwende groep zijn, maar daarmee laat zij zien dat haar kennis van de samenstelling van deze groep beslist onvoldoende is. Uiteraard is er een grote groep ouderen die het goed tot zeer goed gaat. Zij mogen zonder enige terughoudendheid gerekend worden tot de groep sterke schouders, die best wat extra’s kunnen doen, maar helaas geldt dit niet voor het gros van de mensen die net met vroegpensioen zijn gegaan of binnenkort met pensioen dachten te gaan. Veelal gaat het dan om mensen die na een lang werkzaam leven dachten de zaken voor hun oude dag goed geregeld te hebben en nu ernstig bedrogen uitkomen. Deze groep dient voor een juist beeld ook nog in twee verschillende groepen te worden gesplitst, namelijk zij die inmiddels reeds met pensioen zijn gegaan, maar nog geen 65 zijn, en zij die binnenkort met pensioen wilden gaan. De laatste groep heeft nog de (onaantrekkelijke, dat wel) mogelijkheid om de plannen aan te passen. De eerstgenoemde groep niet.
Ik behoor zelf tot die eerste groep, maar u zult mij niet horen klagen, het gaat mij en mijn lief goed genoeg om een bijdrage te kunnen leveren aan het betaalbaar houden van de oudedagsvoorziening in Nederland, maar dat neemt niet weg dat ik mij niet laat betichten van “strontverwende platvloersheid”, om twee kwalificaties die mevrouw Sitalising hanteert maar even samen te voegen.
Laat ik u mijn eigen situatie schilderen: mijn vaste lezers weten inmiddels wel dat ik door ernstige gehoorproblemen na 37 jaar afscheid heb moeten nemen van het onderwijs. Uiteraard had ik kunnen kiezen voor de weg van het traject Poortwachter om aan het eind daarvan een arbeidsongeschiktheidskeuring te ondergaan, waarna ik tot mijn 65e een uitkering zou hebben gesoupeerd. Ik heb er echter voor gekozen om op de eerste dag dat ik bij het ABP met keuzepensioen kon gaan, dit ook te doen. Ik heb bewust gekozen voor deze optie omdat ik niet vijf jaar van een uitkering wenste te leven. Gevolg van deze keuze is natuurlijk dat ik een lager pensioen ontvang, dan ik zou hebben gekregen als ik wel met een uitkering tot mijn 65e had gewacht. Van verwend gedrag of platvloersheid kan men mij dus niet betichten. Integendeel lijkt mij. Het ABP keuzepensioen is geen vroegpensioen en daarom mag ik daarnaast bijverdienen. Dit doe ik dan ook als educatief auteur en ik heb het financieel goed.
Maar… straks als ik 65 word zit ik opeens vier maanden met een financieel gat. Het ABP vermindert op dat moment mijn pensioen met het AOW bedrag dat (bij het ingaan van mijn pensioen) op mijn 65e mijn deel zou zijn. In de praktijk zal mij dit geen ernstige problemen opleveren. Voor mij is het hooguit onaangenaam, mijn partner heeft een goede baan en ik heb mijn eigen bedrijfje naast mijn pensioen. Voor veel anderen is het echter een aanslag op hun spaartegoeden. Geld dat meestal van modale inkomens (of lager) bij elkaar is gespaard. Minister Kamp, over wie ik in een eerdere column al heb geschreven dat hij mijn persoonlijk braakmiddel is, ziet daar geen probleem in. Henk Kamp, ons nationale snoeimes. Waar die man zijn arrogante kilheid vandaan heeft is mij een raadsel. De personificatie van een onbetrouwbare overheid.
De groep mensen die (net als ik) met pensioen is gegaan en rekening hield met vooruitzichten waarin bij het bereiken van de 65 jarige leeftijd AOW zou worden ontvangen, is de klos. Net als studenten die studievertraging opliepen toen er nog geen sprake was van een boete op langstuderen. De overheid verandert tijdens het spel de spelregels en toont zich daarmee een onbetrouwbare partner. Niet voor het eerst en ongetwijfeld ook niet voor het laatst. Iedere ambtenaar is daar al door getroffen toen een van de kabinetten Lubbers in de jaren negentig de pensioenreserves van het ABP plunderde. (Bron: Binnenlands bestuur zie ook mijn column Overheid besteelt eigen personeel) Overheden zullen helaas altijd onbetrouwbaar blijken. Voor de pensioenplundering was zij dit al met bijvoorbeeld de solidariteitsheffing uit de jaren tachtig, na de pensioenplundering kwam het (tegen de beloften in) nog steeds niet opgeheven “kwartje van Kok”.
Toen de financiële crisis twee jaar geleden uitbrak had het ABP een dekkingsgraad van 130%. Tegenwoordig is dat ca. 95% en heeft het fonds aangekondigd mogelijk de pensioenen volgend jaar te moeten verlagen. Jean Frijns, oud-directeur beleggingen van het ABP en daarna onder meer hoogleraar beleggingsleer aan de VU zegt hier onder meer over: ,,Als het ABP toen een dekkingsgraad had gehad van 160 of 170, wat na zo’n lange tijd van economische voorspoed redelijk zou zijn geweest, dan had het fonds er nu heel wat beter voor gestaan. Het is natuurlijk een zware uitspraak, maar ja, de overheid heeft hieraan bijgedragen.”
Mevrouw Sitalsing, u hebt gelijk als u de stijl van Jan Nagel platvloers noemt. Maar om generaliserend de ouderen strontverwend te noemen gaat mij te ver. Ik had meer diepgang en interesse van u verwacht.
U zou niet worden afgekeurd door gehoorproblemen, immers U had moeten omscholen en ander werk moeten accepteren, U heeft voor de veilige weg gekozen en verdient gewoon bij. Schande.
Normaal gesproken reageer ik niet op ongefundeerde moddersmijterij, maar in dit geval maak ik daar een uitzondering voor. U bent het levende voorbeeld van de noodzaak van een one-issue partij als 50plus.
Als u bovenstaand artikel goed gelezen had, zou u hebben gezien dat ik niet voor een veilige weg heb gekozen, maar dat ik heb doorgewerkt tot ik met pensioen kon gaan. Juist omdat ik geen uitkering wilde hebben!
Dat ik naast mijn pensioen mag bijwerken is een goed recht van iedere gepensioneerde. Daar heb ik 37 jaar lang premie voor betaald mevrouw de Kruif.
Dat u praat over omscholing van 60-jarigen toont aan dat u niet waarover u het heeft. Gelukkig maar want dat gun ik zelfs u niet.